Skip to main content

Resultaten onderzoek vochtinjectie TU Delft

(Effectiviteit in de case study)1

Uit de praktijk komen tegengestelde berichten met betrekking tot de effectiviteit van de injecties; vaak ontstaat een controverse tussen gebouweigenaar en uitvoerend bedrijf over de werkzaamheid van het product. Soms wordt daarbij de noodzakelijk lange droogtijd voor een natte muur als argument gebruikt om een tekortschietende behandeling te camoufleren. In andere gevallen is het onduidelijk of de injectie danwel een gelijktijdig aangebrachte restauratiepleister verantwoordelijk is voor een (in elk geval visuele) verbetering. 

Om de werking van injectiemiddelen te testen werden er vier producten geselecteerd voor injectie van een abdijmuur. Deze producten representeren de voornaamste klassen van producten als aangetroffen bij een marktonderzoek. De selectie omvatte zowel een watergebaseerd product als een product in organisch oplosmiddel en daarnaast een crème. Resp. een siliconaat (kalium methylsiliconaat; % actieve stof niet gespecificeerd) in water, vloeibaar. Een siloxaan (oligomere siloxaan; actieve stof ca. 10 gew.%) in organisch oplosmiddel (isoparaffine), vloeibaar. Een siloxaan (geen verdere omschrijving beschikbaar) in water, vloeibaar. En een silaan (geen verdere omschrijving beschikbaar; actieve stof ca. 80 gew.%), crème. 

Op basis van de resultaten van de vier producten in de beschreven case study, moet worden geconcludeerd dat in dit geval zowel de werkelijke als de potentiële effectiviteit van verschillende producten tamelijk laag was. Een zeer hoog vochtgehalte in de muur (ongeveer verzadiging in de injectiezone) vormt kennelijk een beperking zowel voor het tot stand komen van polymerisatie als voor zijdelingse verspreiding; dit blijkt uit de betrekkelijk lage potentiële effectiviteit van verschillende producten. Er kan worden geconcludeerd dat een hoge verzadigingsgraad in de muur de voornaamste beperking vormt voor de effectiviteit van injectieproducten: zowel het reactieproces als de verspreiding worden negatief beïnvloed. Dit laatste is ook in labonderzoek al eerder aangetoond (Lubelli et al. 2017). Tijdelijke (eventueel kunstmatige) droging van het metselwerk ook na applicatie zou dan ook kunnen helpen de effectiviteit van een chemische behandeling te verbeteren.

(1) Publicatie TU Delft: Nieuwe testmethoden voor injectieproducten tegen optrekkend vocht.